Bahasa Indonesia

Indonesië telt maar liefst 13.677 eilanden en 300 verschillende etnische groepen. Deze groepen bewonen meer dan 6.000 eilanden en hebben elk hun eigen identiteit en eigen taal: je komt op dit eilandenrijk om precies te zijn 748 talen en dialecten tegen. Bahasa Indonesia is de overkoepelende taal waarmee je tegenwoordig overal terecht kunt.
Eén van de oorzaken waardoor er in Indonesië sprake is van zo veel verschillende talen en dialecten is de tactiek ‘devide et impera’: verdeel en heers, die Nederland toepaste in de koloniale tijd. De Nederlandse overheersing heeft 350 jaar geduurd.

Hoogopgeleide jongeren van verschillende etnische groepen kwamen op 28 oktober 1928 in Batavia (nu Jakarta) bij elkaar voor een jongerencongres om aan de weg van onafhankelijkheid te timmeren. Met zoveel verschillende talen en dialecten was dat erg moeilijk: een Javaan kan een Sumatraan niet verstaan. Er moest dus één taal komen. De jongeren legden een eed af: vanaf dat moment zou er sprake zijn van één land: Satu Nusa, één volk: Satu Bangsa en één taal: Bahasa Indonesia. Basis voor deze nieuwe taal was het Maleis dat men toendertijd op de Riau eilanden sprak. Historici zien de eed van deze jongeren als de belangrijkste mijlpaal in de Indonesische geschiedenis op weg naar onafhankelijkheid.

Bahasa Indonesia is tegenwoordig de voertaal van 270 miljoen mensen. Het is een taal die alle etnische groepen verbindt tot één volk. Bahasa Indonesia is een levende taal. Er komen steeds nieuwe woorden bij. Woorden die afkomstig zijn van de verschillende etnische groeperingen en nieuw bedachte woorden.

Satu Nusa, Satu Bangsa, Satu Bahasa